Hoofdmenu
Wildkleur
De tweede verdunningsfactor die we kennen is de wildkleur verdunning onder invloed van het wildkleur gen . Het wildkleur gen zorgt ervoor dat de pigmentkorrels in de haren van het paard zich ophopen aan de buitenzijde (dus datgene dat je ziet). Aan de binnenzijde van het haar ontstaat meer een transparantie (doorschijnend haar). Dit effect zorgt voor een bijzondere kleuring van de vacht die vaak als wat dof overkomt. Hier komt bij dat het wildkleur gen zich dominant gedraagt. Dus al bij aanwezigheid van één wildkleur gen zal de volledige verkleuring van de basiskleur plaats vinden. Het eventueel aanwezig zijn van het tweede wildkleur gen heeft geen extra effect. Afhankelijk van de basiskleur van het paard ontstaan door de werking van het wildkleur gen de bijzondere wildkleur varianten.
Doordat het wildkleur gen zich dominant gedraagt verloopt het fokken met deze kleur overeenkomstig aan het fokken met schimmels. Dus zodra ook maar één wildkleur gen in de actieve vorm aanwezig is toont dit direct de wildkleur door in de uiteindelijke kleur van het paard. Een heterozygoot wildkleur paard heeft dan ook 50% kans op nakomelingen met de wildkleur. Een homozygoot wildkleur paard heeft 100% kans op nakomelingen met de wildkleur.
Overigens ontstaan er nog meer kleurvariaties als de wildkleur wordt gecombineerd met cremello, variërend van de leemvos tot de wildkleur valk.